zaterdag 13 maart 2010

FETE DE LA FEMME (8/3/2010)

Zoals ik al liet weten vieren de Kameroenezen hun feestdagen zoals het hoort. Ook op het ‘Fête de la femme’ werd er een heus feest georganiseerd in Bafia. Alle vrouwen uit alle verenigingen verzamelden zich op ‘place de la fête’ in Bafia (met tribune), gekleed in de pagne van ‘international women day’. Anke had zich ook gehuld in een pagne, en zonder viel ik dus een beetje uit de toon.
De vrouwen hadden pagnes in pastelkleuren die refereerden naar de vlag van Kameroen (rood, groen en geel).
We namen plaats op de tribune rond negen uur, en alle vrouwen namen uitgebreid de tijd om te arriveren, hoewel de defilé gepland was om half tien. Alle vrouwen waren gekleed in dezelfde pagnes, maar hadden allemaal een verschillend model. We keken onze ogen uit de kassen, lachten met de barbiekleedjes en keken bewonderend naar de mooie sierlijke modellen… Heerlijk om te doen!
Alle vrouwen hadden zich opgemaakt en paradeerden over en weer zodat iedereen hen gezien zou hebben. Uiteindelijk begonnen de festiviteiten rond kwart voor elf en iedereen deed heel gewichtig. Enkele belangrijke mannen en vrouwen gaven een speech. Tussendoor traden er enkele plaatselijke artiesten op. Enkele rijke vrouwen zagen hun kans om tijdens de optredens hun pagne nog eens te showen: ze gingen naar voor, draaiden en dansten rond de artiest en gooiden met geld. Heel decadent allemaal!
Nadien stelden alle vrouwen zich op achter het bord van hun vereniging (“assosiation coupeuses du marché de Djoumba”, “association des femmes CAMTEL” (telecommunications), “association des femmes ideales”, …) en maakten zich klaar voor de defilé. Ik moet er geen tekeningetje bij maken als ik zeg dat dat ook de nodige tijd, zenuwen en gewichtig gedoe met zich meebracht.
Ook Anke en ik mochten mee defileren met de vrouwen van de parochie Sainte Rita (de parochie van de zusters uiteraard, die zelf trouwens niet te zien waren op het feest).
Iedereen stond opgesteld in de hitte, dicht tegen elkaar gedrukt. Iedereen stond te roepen en te duwen en na een kwartier begon de defilé (eindelijk). Wel grappig dat er zoveel gedoe rond was, want de defilé stelde echt niet veel voor…
Na de defilé gingen we eten bij maman Julienne met de andere collega’s van Anke en trokken we naar café Zumzum, waar de mannen die dag niet welkom waren!
We lachten en dansten wat af, ook met (zatte) vrouwen die we niet kenden. Iedereen apprecieerde duidelijk dat we de moeite deden om ook te dansen.
Ondertussen zijn we al goed opgenomen in de Bafia-gemeenschap: mensen begroeten elkaar hier met een speciale handdruk, die iedereen ons ondertussen ook al geeft. Ik vind hem zodanig leuk dat ik hem ook in Gent ga invoeren!


YAOUNDE

We trokken al enkele keren op onze vrije dag naar Yaoundé (de hoofdstad). We moeten daar twee uur voor rijden met ‘Super Amigo’, het agentschap dat heen en weer rijdt tussen Bafia – Ombessa – Yaoundé.
Een ticket kost 1300F (€2,30) en we moeten plaats nemen in kleine busjes. Op elke rij zitten we met 5, terwijl er zitplaatsen zijn voor 4. Heel gezellig allemaal, vooral als de mamans een dikke kont hebben en de temperaturen heel hoog oplopen. Soms speelt er leuke Afrikaanse muziek in de bus, wat het allemaal wat aangenamer maakt. Eén keer ving ik de volgende tekst op: ‘C’est dure en Europe, vraiment ce n’est pas facile…’
Op het dak van de busjes wordt àlles geladen wat je je maar kan indenken: jutte zakken vol maïs, bagage, bananen, zelfs geiten. Ze kunnen hier echt alle mogelijke creatieve manieren bedenken om dingen te vervoeren.
Na twee uur rijden door een schitterend landschap komen we aan in de drukte van Yaoundé. Mensen en auto’s krioelen er door elkaar, da’s echt een andere wereld.
We gingen nu al drie keer naar Yaoundé en stilaan beginnen we er onze weg wat te kennen. Het is aangeraden om de taxi te nemen, dat gaat heel vlot. Je zegt snelsnel welke richting je uit moet, hoeveel plaatsen je inneemt, hoeveel je daarvoor betaalt (als je gehaast bent zeg je een hogere prijs en anders wacht je een beetje langer tot je een chauffeur vindt die akkoord is) en dat je ‘taxi en cours’ wil, wat wil zeggen dat je met meerdere passagiers wil reizen. De taxi’s zijn meestal heel gammel en vallen bijna uit elkaar, ik denk niet dat die bij ons nog door de keuring geraken!
In Yaoundé gingen we naar ‘le marché centrale’, waar we onmiddellijk enkele persoonlijke gidsen hadden die ons in het hele gebouw een rondleiding gaven. De constructie van de marché centrale deed me denken aan een klokkenhuis, ik heb er enkele mooie foto’s van. Ondertussen werden we weer door alle winkeliers ten huwelijk gevraagd.
In Yaoundé vonden we ook een plek waar ze ijsjes verkopen… hémels is dat voor ons! We keren er altijd terug als we daar zijn.
Via Yovan (onze Franse compagnon) hebben we ‘le marché de Tdjinga’ ontdekt, hét paradijs voor elke vrouw die houdt van juwelen, armbanden, tassen, potjes, … Anke en ik hebben besloten om hier nog veel terug te keren!


ZOEKTOCHT NAAR STOFJES

Omdat we vrouwen zijn en blijven, nemen Anke en ik ook de tijd om op zoek te gaan naar mooie Afrikaanse stofjes waar we rokjes of kleedjes van kunnen laten maken.
Naaiwinkeltjes vind je in Bafia even vlot als een frietkot bij ons!
Er bestaan heel veel mooie stoffen, de vrouwen hier zijn prachtig gekleed. Er bestaan heel veel soorten en kleuren en motiefjes, maar de zoektocht naar dé stof vraagt wel wat tijd aangezien de stoffen hier niet altijd draagbaar zijn bij ons!
Gelukkig vond ik een mooi stofje en laat er nu een rokje van maken. Ik moet een week wachten en ben héél erg nieuwsgierig!


VEEL GEHOORDE EN GEBRUIKTE ZINNEN

- Doucement!
- Petit à Petit
- Patience...
- Pour les siècles des siècles, Amen
- Il n’y a pas de problème
- Ça ‘dose’ (= ca va)
- Non je suis déjà fiancée !
- Au quel niveau ?
- Nous sommes des A… ‘Mis ‘ !

zaterdag 27 februari 2010

UITSTAP MBAM (20/02/2010)

Op 20 februari gingen we weer langs bij Yovan en Doudou. Deze keer gingen wij koken (een bescheiden pasta-slaatje, iets minder spectaculair). Ook de buurvrouw, Ghuilaine (een 24-jarige lerares Engels), kwam erbij zitten en rond 14u besloten we naar Mbam te gaan.
De Sanaga is de langste rivier in Kameroen (op weg naar Yaoundé moeten we die over), en die kruist de Mbam in de buurt van Bafia. We vertrokken met ons vieren (Doudou was moe en bleef thuis) te voet naar Mbam. We wandelden twee uur in zweterig weer, de zon verdween gelukkig een tijdje achter de wolken. Onderweg zagen we een prachtige natuur, we liepen langs een mooi en rustig wandelpaadje en kwamen bijna geen mensen tegen. De rivier Mbam was prachtig. We zaten heel rustig aan het water, zagen prachtige houten vissersboten en ongelooflijk veel moutmout (venijnige insecten) vielen ons aan… Maar die nam ik er graag bij want het was zalig daar!
We zagen enkele vissers de rivier overvaren. Helaas zagen we geen nijlpaarden, die zie je blijkbaar alleen in het regenseizoen. Voor mij wel een geldige reden om nog eens terug te keren! Normaalgezien zouden wij ook met de boot gaan varen met George (een vriend van Yovan), maar hij moest helaas naar de catecheseles. We geraken nog wel eens op het water, si Dieu le veux…


CENTRE D’ASSISTENCE DES JEUNES EN DIFFICULTES

Ik heb een nieuw project, nieuwe hoop en nieuwe energie!
Via Soeur Denia kwam ik in contact met Mme Francoise, de chef van ‘Le Centre d’Assistence des Jeunes en Difficulté, niet ver van onze verblijfplaats.
Zij bezoekt elke maandag en elke donderdag jongeren in de gevangenis van Bafia en biedt hen psychologische ondersteuning.

Sinds 23 februari weet ik dat ik haar mag vergezellen op haar bezoeken naar de gevangenis (ik kreeg de toestemming van de grote baas van de gevangenis en een officieel document met 5 stempels).
Ik ging langs in het centrum om nog enkele praktische zaken te regelen en werd ook voorgesteld aan Mme Joséphine (sociaal assistente) en Mr Jacques (die juridische ondersteuning geeft). Ze waren heel vriendelijk en legden me nog eens helemaal de werking van het centrum uit.
Er worden ateliers georganiseerd voor jongeren die op de straat leven, er worden contacten geregeld met ouders, en jongeren in de gevangenis krijgen psychologische bijstand.
Ze hadden in het team zelfs al besproken wat ik eventueel zou kunnen doen. Omdat ze beperkte middelen hebben vinden ze dat alle hulp een meerwaarde kan zijn. Omdat ik op de hoogte ben van het jeugdzorgsysteem in België willen ze dat ik dat voor hen eens uitschrijf, en voor elk kind een ‘volg-en handelingsplan’ opstel. Dat lijkt me schitterend om te doen! Het vraagt uiteraard veel tijd en werk, maar ik heb veel zin om daar helemaal voor te smijten.
Eindelijk een project dat zinvol en duurzaam kan zijn, eindelijk een concrete taak (en dan nog in de lijn van mijn diploma, wauw!)! Nét wat ik wou.


GEVANGENIS


Maandag 25 februari was het dan zover: mijn eerste bezoek aan de gevangenis.
Eerst werd ik voorgesteld aan de directeur (die heel vereerd was dat ik op bezoek kwam, de grote baas in Yaoundé heeft zelfs nog nooit een voet in de gevangenis gezet). De cipiers vroegen of ik bang was (mijn hart bonkte in mijn keel maar ik zei van niet).

Mme Francoise en ik wrongen ons door een grote ijzeren poort naar binnen. Er was een soort binnenplein waar links en rechts allemaal kleine kamertjes waren. Het binnenplein was heel klein, ik zag allemaal mannen door elkaar lopen als sardienen in een blik.
Het was er druk, er was bedrijvigheid en iedereen kwam als een zwerm vliegen rond mij hangen. Iedereen zei hallo, ik werd langs alle kanten aangeraakt en aangeklampt. Die hele groep wandelde met ons mee naar de achterkant van het plein.
Er branden vuurtjes, er werd eten gemaakt, mannen stonden te ‘douchen’ in betonnen wasbakken, … Ik denk dat ik de helft niet gezien heb omdat er zovéél te zien was. Misschien durfde ik ook nog niet goed rondkijken (maar daar krijg ik nog alle tijd voor de volgende keren).

Het binnenplein was opgedeeld in twee delen. In het eerste ‘quartier’ zitten de volwassenen, het tweede ‘quartier’ is voor de jongeren (15, 16, 17, … jarigen), maar die twee groepen mengen zich voortdurend.
Volgens Mme Francoise is er veel drugs in omloop, er is een pedofilieproblematiek, … Het leven is er hard, ik kan me amper voorstellen hoe het moet voelen om daar 24/24 te wonen.
Ondertussen liepen we met die hele zwerm mannen door naar het jongerenquartier. Het was er vuil en het stonk op vele plaatsen. Op het eind van het plein was een klein lokaaltje. We gingen er met een twintigtal jongeren binnen en iedereen ging op banken zitten. Mme Francoise stelde me voor en ik zei dat de jongens me wel wat vragen mochten stellen. Onmiddellijk raak: « Est-ce que les jeunes en Belgique souffrent aussi beaucoup, comme nous? »
Ook vroegen ze naar mijn leeftijd, naar mijn interesses, naar mijn taak hier, wat ik hier doe in Kameroen, … Ik voelde me eigenlijk echt op mijn gemak en we lachten ook wat af toen iemand zei: “Merde, ik heb sinds twee jaar al geen blanke meer gezien!”
Mme Francoise overliep wie er laatst nog langs was geweest bij de rechtbank, het parket, wie nog bezoek had gehad van ouders, … Maar op een bepaald moment werd ze vijf minuutjes weggeroepen. Ze vroeg of ik er geen probleem mee had om daar even alleen te blijven zitten. Geen probleem, uiteraard (bonkend hart).
Het feit dat ik daar alleen zat lokte wat meer volk naar het lokaaltje. Maar ik heb met enkele jongens best wel nog gezellig zitten babbelen over België en Kameroen, grapjes maken, … Afgewisseld met enkele schunnige opmerkingen.
We bleven maar een uurtje, en toen we terug naar de uitgang liepen werden we weer langs alle kanten aangeklampt. Toen we door het quartier van de volwassenen liepen bleven de jongeren in mijn buurt en riepen: “Ne touche pas, ne touche pas!”. Ik had al snel mijn persoonlijke bodyguards.
Het is er echt een andere wereld… Vreemd om dat eens mee te maken. Ik zie het als een grote uitdaging om contact met hen te leggen en iets op te bouwen. Ik ga er vanaf nu elke maandag en donderdag naartoe.
Mme Francoise nodigde me nog uit in haar huis, op wandelafstand van de gevangenis. Ze woont in de residentiële wijk en heeft vier zonen. We babbelden nog wat na en spraken af voor mijn werkuren van volgende week.
Ik ben echt content!

donderdag 18 februari 2010

FEEST


Als het feest is in Kameroen, dan staat de stad op zijn kop.
La fête de la jeunesse, op 11 februari, was zo’n dag. Alle kinderen van alle scholen paradeerden in een defilé door de straten van de stad. Iedereen zag er op zijn paasbest uit (haar netjes getooid, het schooluniform hersteld en gewassen, leerkrachten in maat-en mantelpakjes).
De kinderen liepen door een haag van mensen, apetrots, met militaire pas. Ondertussen zongen ze schoolliedjes. Alle scholen waren vertegenwoordigd.
In de namiddag gingen we met de collega’s van Anke (leerkrachten) op café in Bafia. Iedereen had goed gedronken, dus sfeer verzekerd. Kameroenezen zijn al familiair, maar als ze gedronken hebben worden ze dat nog meer. Na verloop van tijd moesten we zelfs dansen. Neen, we konden er écht niet onderuit. Een kort en bescheiden danspasje leek me voldoende om mee te beginnen. De Afrikanen maar lachen natuurlijk (terecht). Maar amai die kunnen dansen!
Diezelfde avond gingen Anke en ik eten bij Yovan en Dodo. Yovan is een Franse jongen die hier van januari tot juli is, en die hier ook in Bafia woont. Hij werkt hier als ingenieur bij een waterbedrijf, opgericht door een Française. Het is echt boeiend wat hij hier doet. Hij woont samen met Dodo, een Kameroenees die als chauffeur werkt bij datzelfde bedrijf.
Dodo had gekookt (vis in een pistachesaus, maniok, bananen, een soort aardappel, ananas en beignets als dessert), hééééérlijk. We hadden wel wat moeten forceren bij de zusters om nog buiten te mogen ‘na den donker’, maar blij dat dat gelukt was! Het was heel gezellig!
Tegen half tien besloten we al terug te keren, het was tenslotte de eerste keer dat we ’s avonds buiten mochten en we willen dat nog doen, dus …
We spraken af met Yovan en Dodo om de zaterdagen samen door te brengen, ze kennen de streek goed en kennen de mooie plekjes. Deze avond is voor herhaling vatbaar!


HET DAGELIJKSE LEVEN

Het ritme hier is erg anders dan in Europa. De zusters vinden dat wij véél werken, veeleisend voor onszelf zijn en snel resultaat willen zien, terwijl wij vinden dat wij eigenlijk niet zo heel veel doen. In de voormiddag werk ik au village met de kleuters, Anke op de school.
Onze taken in de namiddag beginnen meestal maar rond 16u, dus altijd lange pauzes die voorbij kruipen. De namiddagactiviteiten eindigen rond 18u en dan is de dag voor ons praktisch voorbij. We eten om 19u40, daarna bereiden we voor voor de volgende dagen, lezen een beetje, luisteren muziek, babbelen, …
Ik ben blij dat Anke en ik ondernemers zijn, dus we trekken veel naar Bafia om iets te drinken. Zo ontmoeten we mensen en zitten we niet de hele tijd tussen de vier muren van onze kamer. Ik merk dat ik anders zot word en begin te piekeren.
We zijn al enkele keren bij Achilles thuis geweest. Achilles is de zoon van mama Justine, een vrouw die catecheseles geeft en dus bekend is bij de zusters (we hebben hun goedkeuring dus snel gekregen). We eten dan een ananas, agricots en brood, worden voorgesteld en begroet door de hele familie (buren, zussen, broers, grootouders, neven, zonen en dochters van broers en zussen, enz.), babbelen honderduit over de gelijkenissen, verschillen, bezigheden, gewoonten van bij ons en hier… Daar geniet ik enorm veel van! Zo gastvrij onthaald worden doet echt deugd. De tijd vliegt dan voorbij. Het is echt leuk als we in Bafia rondlopen en bekenden tegenkomen waar we dan iets mee gaan drinken (de directeur van Ankes school – die me zei dat ik meer dan geschikt was voor zijn zoon-, enkele jongeren die we kennen van de zondagmiddagactiviteiten, onze nachtwaker, …). Dat zorgt voor ambiance en zo voel ik echt dat ik HIER ben… Dan geniet ik ervan, met heel mijn lijf!


KWAALTJES

Het leven in Kameroen vraagt toch wel wat van mijn lichaam…
Ik heb (vaak) last (gehad) van:
- insectenbeten (le sang frais), comme toujours
- allergie van godweetwat (2 nachten vol bobbeltjes en jeuk)
- bougerende darmen
- maagpijn


Voor de rest alles onder controle...
Tot een volgend bericht!!
Liefs, Laura

zaterdag 30 januari 2010

AANKOMST

We zijn hier nu twee weken en er is ondertussen al heel wat gebeurd!
Soeur Denia en soeur Yoanna wachtten ons op aan de luchthaven met een brede glimlach. Een leuke ontvangst in een warm land, wat wil een mens nog meer…
We vertrokken met de auto en reden door Yaoundé (de hoofdstad) waar het krioelde van de mensen. We kwamen ’s nachts aan in Bafia (de stad waar we 5 maand zullen verblijven) en heel de rit zagen we weinig of niets van het landschap, aangezien het al om 18u30 donker is.
Anke en ik delen een ruime kamer en konden ons al goed settelen. We willen ons hier echt thuis kunnen voelen. We worden goed verzorgd en soeur Denia is een beetje als een mama voor ons. Soeur Yoanna is echt een diepgelovige vrouw (“Ohlala mon Dieu…”), kan soms wel wat zagen, maar valt ook goed mee. Soeur Michelle is iets afstandelijker en zien we veel minder omdat zij in een religieus centrum in de buurt werkt. Ze is wel erg grappig, er zit veel pit in en ze zegt alles wat ze denkt.
De zusters zijn eigenlijk heel open en aan tafel hebben we al lange gesprekken gehad over ‘het geloof’, ‘het huwelijk’, …
Nog even zeggen dat het eten ook goed meevalt (gevarieerd en niks tekort), en dat het fruit hier tien keer zo puur smaakt dan in België!!!

WENNEN

Het terrein van de zusters is groot en nog deels in opbouw, we hebben al kennis kunnen maken met de werkmannen.
Naast ons domein zijn er twee scholen (80 leerlingen in kleine klasjes) waar we al veel naartoe zijn geweest. Anke gaat er kinderen lesgeven die het moeilijker hebben in de klas. We gingen al langs bij de directeur van de ene en de directrice van de andere school, waarna we een rondleiding kregen en we een praatje maakten met de leerkrachten en kinderen.
De kinderen lachen heel verlegen of net heel uitbundig, roepen soms naar ons ('les blanches, les blanches!'), zwaaien als we op straat lopen, … heel grappig om te zien. Ze willen ook vaak op de foto dus geen gebrek aan mooie plaatjes! Jonge en ook oude mannen roepen ons na op straat en vragen of we getrouwd of zuster zijn, … je maakt hier wat mee. Soms wordt het wel irritant als je naar ideréén moet lachen/zwaaien/bonjour zeggen… We zijn echt een enorme attractie.
Een vrouw in de plaatselijke ‘supermarkt’ vroeg ons of we papieren konden regelen voor haar om naar België te komen, of op zijn minst een uitnodiging zodat ze ons kon komen bezoeken (en dan blijven)… Dat was wel even slikken … ‘ce n’est pas possible’…

MIJN TAKEN

Het was hier wat zoeken naar wat ik zou kunnen doen hier binnen de organisatie. Ik ga op zondagnamiddag een crea – atelier begeleiden, op maandag – en donderdagnamiddag ga ik met Anke naar een school in de buurt om individuele (schoolse) begeleiding te geven aan twee meisjes, op dinsdagnamiddag ben ik van 16u tot 18u te vinden in de bibliotheek (eerst gaan Anke en ik de bibliotheek een beetje opkuisen en inrichten, waarna we voorleessessies willen geven) en op woensdag – en vrijdagnamiddag geef ik Engelse les aan ‘les jeunes’.
Na lang overleg met de zusters hebben we besloten dat ik elke maandag -, dinsdag -, woensdag – en donderdag voormiddag van de week naar een klein dorpje in de brousse ga waar ik met de kinderen die nog niet naar school gaan (gemiddeld 22 3 à 4 – jarigen) spelletjes speel en knutsel, om op die momenten ook contact te proberen leggen met ‘les mamans’. Over dit werk ben ik na één week wel wat ontgoocheld. Ik voel me echt een missionaris die met veel speel – en knutselmateriaal naar de arme kindjes gaat om ze een voormiddag bezig te houden. Dit voelt echt niet goed.
Niettemin hebben de kinderen er wel veel aan en leren ze veel bij (ze spreken geen Frans maar Bafia. Mijn doelstelling is om ze elke dag een andere kleur aan te leren).
Nog een ander nadeel is dat het knutselmateriaal hier heel beperkt is, dus het is moeilijk om elke dag met iets nieuws te komen. Dit is nu de eerste week wel gelukt, maar er is al afgesproken met de dorpschef dat we dit een maand gingen proberen… Ik zie er een beetje tegenop en zal andere manieren moeten zoeken om het wat interessant voor mezelf te maken. On verra…

Ik heb me hier ondertussen al veel verplaatst met de ‘Taxi Motto’ (kost ongeveer 100 CFA = € 0,15), en op zaterdag maken Anke en ik altijd een uitstap naar een andere stad. We zijn al in Ombessa en Bokito geweest.Deze langere afstanden leggen we af met de Taxi Voiture, vaak met 8 à 9 mensen opeengepakt in de gammele auto (zelfs al een kakkerlak moeten verwijderen voor het instappen)... Je maakt hier wat mee!

Ik ben al veel over en weer gegaan van de ‘stad’ naar de brousse, het platteland. Er is een groot verschil tussen het leven in de stad en het leven op het platteland.
In de stad is er heel veel leven, veel stof, rode aarde, vuilnis op de straat, veel Taxi Motto’s, veel winkeltjes, … Op het platteland staan Kleine huisjes er vervallen bij en redelijk ver van elkaar. Als je passeert in die kleine dorpsgemeenschappen zie je echt dat de mensen SAMENleven. Iedereen is kind van iedereen. Ouders werken vaak op de plantages en de kinderen gaan naar de dichtstbijzijnde school.

MARKT

Ik ben ondertussen al twee keer naar de markt in Bafia geweest omdat ik elke vrijdag moet koken. Het was een unieke ervaring! Het was heel warm en de marktplaats was heel stoffig. Er lag overal vuilnis op straat. Er was ongelooflijk veel (kleurrijk) volk en alle marktkramers zaten dicht tegen elkaar met hun koopwaar voor zich uitgestald. Vele geuren drongen mijn neus binnen. Op de markt werd vanalles verkocht: tuperwarepotten, groenten, fruit, zaden, granen, medicijnen, GSM’s, … en dieren die opgesloten zaten in draagtassen, met hun poten aan elkaar gebonden.

Later meer nieuws...

Heel veel liefs,
Laura