zaterdag 27 februari 2010

UITSTAP MBAM (20/02/2010)

Op 20 februari gingen we weer langs bij Yovan en Doudou. Deze keer gingen wij koken (een bescheiden pasta-slaatje, iets minder spectaculair). Ook de buurvrouw, Ghuilaine (een 24-jarige lerares Engels), kwam erbij zitten en rond 14u besloten we naar Mbam te gaan.
De Sanaga is de langste rivier in Kameroen (op weg naar Yaoundé moeten we die over), en die kruist de Mbam in de buurt van Bafia. We vertrokken met ons vieren (Doudou was moe en bleef thuis) te voet naar Mbam. We wandelden twee uur in zweterig weer, de zon verdween gelukkig een tijdje achter de wolken. Onderweg zagen we een prachtige natuur, we liepen langs een mooi en rustig wandelpaadje en kwamen bijna geen mensen tegen. De rivier Mbam was prachtig. We zaten heel rustig aan het water, zagen prachtige houten vissersboten en ongelooflijk veel moutmout (venijnige insecten) vielen ons aan… Maar die nam ik er graag bij want het was zalig daar!
We zagen enkele vissers de rivier overvaren. Helaas zagen we geen nijlpaarden, die zie je blijkbaar alleen in het regenseizoen. Voor mij wel een geldige reden om nog eens terug te keren! Normaalgezien zouden wij ook met de boot gaan varen met George (een vriend van Yovan), maar hij moest helaas naar de catecheseles. We geraken nog wel eens op het water, si Dieu le veux…


CENTRE D’ASSISTENCE DES JEUNES EN DIFFICULTES

Ik heb een nieuw project, nieuwe hoop en nieuwe energie!
Via Soeur Denia kwam ik in contact met Mme Francoise, de chef van ‘Le Centre d’Assistence des Jeunes en Difficulté, niet ver van onze verblijfplaats.
Zij bezoekt elke maandag en elke donderdag jongeren in de gevangenis van Bafia en biedt hen psychologische ondersteuning.

Sinds 23 februari weet ik dat ik haar mag vergezellen op haar bezoeken naar de gevangenis (ik kreeg de toestemming van de grote baas van de gevangenis en een officieel document met 5 stempels).
Ik ging langs in het centrum om nog enkele praktische zaken te regelen en werd ook voorgesteld aan Mme Joséphine (sociaal assistente) en Mr Jacques (die juridische ondersteuning geeft). Ze waren heel vriendelijk en legden me nog eens helemaal de werking van het centrum uit.
Er worden ateliers georganiseerd voor jongeren die op de straat leven, er worden contacten geregeld met ouders, en jongeren in de gevangenis krijgen psychologische bijstand.
Ze hadden in het team zelfs al besproken wat ik eventueel zou kunnen doen. Omdat ze beperkte middelen hebben vinden ze dat alle hulp een meerwaarde kan zijn. Omdat ik op de hoogte ben van het jeugdzorgsysteem in België willen ze dat ik dat voor hen eens uitschrijf, en voor elk kind een ‘volg-en handelingsplan’ opstel. Dat lijkt me schitterend om te doen! Het vraagt uiteraard veel tijd en werk, maar ik heb veel zin om daar helemaal voor te smijten.
Eindelijk een project dat zinvol en duurzaam kan zijn, eindelijk een concrete taak (en dan nog in de lijn van mijn diploma, wauw!)! Nét wat ik wou.


GEVANGENIS


Maandag 25 februari was het dan zover: mijn eerste bezoek aan de gevangenis.
Eerst werd ik voorgesteld aan de directeur (die heel vereerd was dat ik op bezoek kwam, de grote baas in Yaoundé heeft zelfs nog nooit een voet in de gevangenis gezet). De cipiers vroegen of ik bang was (mijn hart bonkte in mijn keel maar ik zei van niet).

Mme Francoise en ik wrongen ons door een grote ijzeren poort naar binnen. Er was een soort binnenplein waar links en rechts allemaal kleine kamertjes waren. Het binnenplein was heel klein, ik zag allemaal mannen door elkaar lopen als sardienen in een blik.
Het was er druk, er was bedrijvigheid en iedereen kwam als een zwerm vliegen rond mij hangen. Iedereen zei hallo, ik werd langs alle kanten aangeraakt en aangeklampt. Die hele groep wandelde met ons mee naar de achterkant van het plein.
Er branden vuurtjes, er werd eten gemaakt, mannen stonden te ‘douchen’ in betonnen wasbakken, … Ik denk dat ik de helft niet gezien heb omdat er zovéél te zien was. Misschien durfde ik ook nog niet goed rondkijken (maar daar krijg ik nog alle tijd voor de volgende keren).

Het binnenplein was opgedeeld in twee delen. In het eerste ‘quartier’ zitten de volwassenen, het tweede ‘quartier’ is voor de jongeren (15, 16, 17, … jarigen), maar die twee groepen mengen zich voortdurend.
Volgens Mme Francoise is er veel drugs in omloop, er is een pedofilieproblematiek, … Het leven is er hard, ik kan me amper voorstellen hoe het moet voelen om daar 24/24 te wonen.
Ondertussen liepen we met die hele zwerm mannen door naar het jongerenquartier. Het was er vuil en het stonk op vele plaatsen. Op het eind van het plein was een klein lokaaltje. We gingen er met een twintigtal jongeren binnen en iedereen ging op banken zitten. Mme Francoise stelde me voor en ik zei dat de jongens me wel wat vragen mochten stellen. Onmiddellijk raak: « Est-ce que les jeunes en Belgique souffrent aussi beaucoup, comme nous? »
Ook vroegen ze naar mijn leeftijd, naar mijn interesses, naar mijn taak hier, wat ik hier doe in Kameroen, … Ik voelde me eigenlijk echt op mijn gemak en we lachten ook wat af toen iemand zei: “Merde, ik heb sinds twee jaar al geen blanke meer gezien!”
Mme Francoise overliep wie er laatst nog langs was geweest bij de rechtbank, het parket, wie nog bezoek had gehad van ouders, … Maar op een bepaald moment werd ze vijf minuutjes weggeroepen. Ze vroeg of ik er geen probleem mee had om daar even alleen te blijven zitten. Geen probleem, uiteraard (bonkend hart).
Het feit dat ik daar alleen zat lokte wat meer volk naar het lokaaltje. Maar ik heb met enkele jongens best wel nog gezellig zitten babbelen over België en Kameroen, grapjes maken, … Afgewisseld met enkele schunnige opmerkingen.
We bleven maar een uurtje, en toen we terug naar de uitgang liepen werden we weer langs alle kanten aangeklampt. Toen we door het quartier van de volwassenen liepen bleven de jongeren in mijn buurt en riepen: “Ne touche pas, ne touche pas!”. Ik had al snel mijn persoonlijke bodyguards.
Het is er echt een andere wereld… Vreemd om dat eens mee te maken. Ik zie het als een grote uitdaging om contact met hen te leggen en iets op te bouwen. Ik ga er vanaf nu elke maandag en donderdag naartoe.
Mme Francoise nodigde me nog uit in haar huis, op wandelafstand van de gevangenis. Ze woont in de residentiële wijk en heeft vier zonen. We babbelden nog wat na en spraken af voor mijn werkuren van volgende week.
Ik ben echt content!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten